Bepaalt het restgetal dat overblijft nadat getal is gedeeld door deler. Het restgetal en deler zijn beide positief of negatief.
Syntaxis
REST(getal;deler)
getal is het getal waarvoor je het restgetal wilt bepalen.
deler is het getal waardoor je getal wilt delen.
De REST functie is handig als je tijden moet aftrekken (om het aantal gewerkte uren te berekenen) en de begintijd GROTER is dan de eindtijd. Je krijgt dan namelijk een negatief getal.
Stel in C2 eindtijd en in B2 begintijd. De formule is dan:
=REST(C2-B2;1)*24
Let op: Je moet de uitkomst met 24 vermenigvuldigen omdat het hier om tijden gaat.
Tussen de functie REST en de functie INTEGER bestaat de volgende relatie:
REST(n, d) = n – d * INTEGER(n / d)
Hoe werkt dat: n – d * INTEGER(n / d)
Stel n = -0,83333 en d = 1
Berekeningsstappen
-0,83333/1 = -0,83333
INTEGER (-0,83333) = -1
1 * -1 = -1
-0,83333 - -1 = 0,16667 (2x min wordt plus)
Dit is dus hetzelfde als:
=MOD(-0,83333;1) = 0,16667
En dat is wat de REST functie doet. Als de tijd negatief is wordt er 1 bij het eindresultaat opgeteld.

[D2]=REST(C2-B2;1)*24
[D7]=SOM(D2:D5)
Verkorte versie:
[C7]=SOMPRODUCT(REST(C2:C5-B2:B5;1)*24)
De celopmaak moet je bij de celeigenschappen op standaard of Getal zetten voor de juiste weergave. In Excel is 1 dag gelijk aan het getal 1 en het uur is 1/24 deel. Vandaar dat er met 24 vermenigvuldigd wordt