
Voor het zoeken naar een functie gebruik de sneltoets Ctrl+F dan verschijnt een zoekvak en vul je de naam van de functie in. Bijvoorbeeld ABS (zoals in de afbeelding).
Je kunt ook het Excel bestand downloaden Nederlands – Engels. Of:
Engels – Nederlands
| English | Dutch | Description |
| ABS | ABS | Geeft de absolute waarde van een getal. |
| ACCRINT | SAMENG.RENTE | Geeft de opgelopen rente voor een waardepapier waarvan de rente periodiek wordt uitgekeerd. |
| ACCRINTM | SAMENG.RENTE.V | Geeft de opgelopen rente voor een waardepapier waarvan de rente op de vervaldatum wordt uitgekeerd. |
| ACOS | BOOGCOS | Geeft als resultaat de boogcosinus van een getal. |
| ACOSH | BOOGCOSH | Geeft als resultaat de inverse cosinus hyperbolicus van een getal. |
| ACOT | BOOGCOT | Geeft als resultaat de boogcotangens van een getal. |
| ACOTH | BOOGCOTH | Geeft als resultaat de boogcotangens hyperbolicus van een getal. |
| ADDRESS | ADRES | Geeft als resultaat een verwijzing, in de vorm van tekst, naar één bepaalde cel in een werkblad. |
| AGGREGATE | AGGREGAAT | Geeft als resultaat een statistische waarde in een lijst of database. |
| AMORDEGRC | AMORDEGRC | Geeft als resultaat de afschrijving voor elke boekingsperiode door een afschrijvingscoëfficiënt toe te passen. |
| AMORLINC | AMORLINC | Geeft als resultaat de afschrijving voor elke boekingsperiode door een afschrijvingscoëfficiënt toe te passen. |
| AND | EN | Geeft WAAR als alle argumenten WAAR zijn. |
| ARABIC | ARABISCH | Zet een Romeins cijfer om in een Arabisch getal. |
| AREAS | BEREIKEN | Geeft het aantal bereiken in een verwijzing. |
| ARRAYTOTEXT | ARRAYTOTEXT | Geeft als resultaat een matrix met tekstwaarden uit een gegeven bereik. |
| ASC | ASC | Maakt katakanatekens smaller (Japans). |
| ASIN | BOOGSIN | Geeft de boogsinus van een getal. |
| ASINH | BOOGSINH | Geeft de inverse sinus hyperbolicus van een getal. |
| ATAN | BOOGTAN | Geeft de boogtangens van een getal. |
| ATAN2 | BOOGTAN2 | Geeft de boogtangens van de x- en y-coördinaten. |
| ATANH | BOOGTANH | Geeft de inverse tangens hyperbolicus van een getal. |
| AVEDEV | GEM.DEVIATIE | Geeft het gemiddelde van de absolute deviaties van gegevenspunten ten opzichte van hun gemiddelde waarde. |
| AVERAGE | GEMIDDELDE | Geeft het gemiddelde van de argumenten. |
| AVERAGEA | GEMIDDELDEA | Geeft het gemiddelde van de argumenten, inclusief getallen, tekst en logische waarden. |
| AVERAGEIF | GEMIDDELDE.ALS | Berekent een voorwaardelijk gemiddelde (vergelijkbaar met SOM.ALS en AANTAL.ALS). |
| AVERAGEIFS | GEMIDDELDEN.ALS | Berekent een voorwaardelijk gemiddelde aan de hand van meerdere criteria. |
| BAHTTEXT | BAHT.TEKST | Zet een getal om in Thaise tekst en voegt “Baht” toe. |
| BASE | BASIS | Zet een getal om naar tekst in een opgegeven grondtal (2–36) |
| BESSELI | BESSEL.I | Geeft de gewijzigde Bessel-functie In(x). |
| BESSELJ | BESSEL.J | Geeft de Bessel-functie Jn(x). |
| BESSELK | BESSEL.K | Geeft de gewijzigde Bessel-functie Kn(x). |
| BESSELY | BESSEL.Y | Geeft de Bessel-functie Yn(x). |
| BETA.DIST | BETA.VERD | Berekent de cumulatieve bètakansverdelingsfunctie. |
| BETA.INV | BETA.INV | Geeft de inverse van de cumulatieve bètakansverdelingsfunctie. |
| BETADIST | BETAVERD | Berekent de cumulatieve bètakansverdelingsfunctie. |
| BETAINV | BETAINV | Berekent de inverse van de cumulatieve bètakansverdelingsfunctie. |
| BIN2DEC | BIN.N.DEC | Converteert een binair getal naar een decimaal getal. |
| BIN2HEX | BIN.N.HEX | Converteert een binair getal naar een hexadecimaal getal. |
| BIN2OCT | BIN.N.OCT | Converteert een binair getal naar een octaal getal. |
| BINOM.DIST | BINOM.VERD | Geeft de binomiale verdeling. |
| BINOM.DIST.RANGE | BINOM.VERD.BEREIK | Geeft als resultaat de kans van een testresultaat met behulp van een binomiale verdeling. |
| BINOM.INV | BINOMIALE.INV | Berekent de kleinste waarde waarvoor de cumulatieve binomiale verdeling kleiner dan of gelijk aan de criteriumwaarde is. |
| BINOMDIST | BINOMIALE.VERD | Geeft de kans van de binomiale verdeling voor één afzonderlijke uitkomst |
| BITAND | BIT.EN | Geeft als resultaat een bitsgewijze En-bewerking van twee getallen. |
| BITLSHIFT | BIT.VERSCHUIF.LINKS | Geeft als resultaat een waardegetal waarop een logische verschuiving naar links is uitgevoerd met de waarde van hoeveelheid_verschuiving. |
| BITOR | BIT.OF | Geeft als resultaat een bitsgewijze OF-bewerking van 2 getallen. |
| BITRSHIFT | BIT.VERSCHUIF.RECHTS | Verschuift een getal binair naar rechts met een opgegeven aantal bits. |
| BITXOR | BIT.EX.OF | Engineering: Geeft als resultaat een bitsgewijze XOR van twee getallen. |
| BYCOL | BYCOL | Past een LAMBDA toe op elke kolom en retourneert een matrix van de resultaten. |
| BYROW | BYROW | Past een LAMBDA toe op elke rij en retourneert een matrix van de resultaten. |
| CALL | ROEPEN | Roept een procedure op in een DLL-bestand of codebron. |
| CEILING | AFRONDEN.BOVEN | Rondt een getal naar boven af op een veelvoud van het dichtstbijzijnde significante veelvoud, aangegeven door het tweede argument in de formule. |
| CEILING.MATH | AFRONDEN.BOVEN.WISK | Rondt een getal naar boven af op het dichtstbijzijnde gehele getal of het dichtstbijzijnde significante veelvoud. |
| CEILING.PRECISE | AFRONDEN.BOVEN.NAUWKEURIG | Rondt een getal naar boven af op het dichtstbijzijnde gehele getal of het dichtstbijzijnde significante veelvoud. |
| CELL | CEL | Geeft informatie over de opmaak, locatie of inhoud van een cel. |
| CHAR | TEKEN | Zet getalswaarde om in een letterteken. |
| CHIDIST | CHI.KWADRAAT | Geeft de eenzijdige kans van de chi-kwadraatverdeling. |
| CHIINV | CHI.KWADRAAT.INV | Geeft de inverse van een eenzijdige kans van de chi-kwadraatverdeling. |
| CHISQ.DIST | CHIKW.VERD | Geeft de linkszijdige kans van de chi-kwadraatverdeling. |
| CHISQ.DIST.RT | CHIKW.VERD.RECHTS | Geeft de rechtszijdige kans van de chi-kwadraatverdeling. |
| CHISQ.INV | CHIKW.INV | Geeft de inverse van de linkszijdige kans van de chi-kwadraatverdeling. |
| CHISQ.INV.RT | CHIKW.INV.RECHTS | Geeft de inverse van de rechtszijdige kans van de chi-kwadraatverdeling. |
| CHISQ.TEST | CHIKW.TEST | Geeft het resultaat van de onafhankelijkheidstoets: de waarde van de chi-kwadraatverdeling voor de toetsingsgrootheid en de ingestelde vrijheidsgraden. |
| CHITEST | CHI.TOETS | Geeft de onafhankelijkheidstoets. |
| CHOOSE | KIEZEN | Kiest een waarde uit een lijst met waarden. |
| CHOOSECOLS | KIES.KOLOMMEN | Retourneert de opgegeven kolommen uit een matrix. |
| CHOOSEROWS | KIES.RIJEN | Retourneert de opgegeven rijen uit een matrix. |
| CLEAN | WISSEN.CONTROL | Verwijdert alle niet-afdrukbare tekens uit een tekst. |
| CODE | CODE | Geeft de numerieke code voor het eerste teken in een tekenreeks. |
| COLUMN | KOLOM | Geeft het kolomnummer van een verwijzing. |
| COLUMNS | KOLOMMEN | Geeft het aantal kolommen in een verwijzing. |
| COMBIN | COMBINATIES | Geeft het aantal combinaties voor een bepaald aantal objecten. |
| COMBINA | COMBIN.A | Geeft als resultaat het aantal combinaties met herhalingen voor een gegeven aantal items. |
| COMPLEX | COMPLEX | Converteert reële en imaginaire coëfficiënten naar een complex getal. |
| CONCAT | TEKST.SAMENV | Combineert de tekst van meerdere bereiken en/of tekenreeksen, maar biedt geen argumenten voor het scheidingsteken of het negeren van lege cellen. |
| CONCATENATE | TEKST.SAMENVOEGEN | Voegt verschillende tekstfragmenten samen tot één tekstfragment. |
| CONFIDENCE | BETROUWBAARHEID | Geeft het betrouwbaarheidsinterval van een gemiddelde waarde voor de elementen van een populatie. |
| CONFIDENCE.NORM | BETROUWBAARHEID.NORM | Geeft als resultaat de betrouwbaarheidsinterval voor een populatiegemiddelde. |
| CONFIDENCE.T | BETROUWBAARHEID.T | Geeft als resultaat de betrouwbaarheidsinterval van een gemiddelde waarde van een populatie met behulp van de Student T-verdeling. |
| CONVERT | CONVERTEREN | Converteert een getal in de ene maateenheid naar een getal in een andere maateenheid. |
| CORREL | CORRELATIE | Geeft de correlatiecoëfficiënt van twee gegevensverzamelingen. |
| COS | COS | Geeft de cosinus van een getal. |
| COSH | COSH | Geeft de cosinus hyperbolicus van een getal. |
| COT | COT | Geeft als resultaat de cosinus hyperbolicus van een getal. |
| COTH | COTH | Geeft als resultaat de cotangens van een hoek. |
| COUNT | AANTAL | Telt het aantal getallen in de argumentenlijst. |
| COUNTA | AANTALARG | Telt het aantal waarden in de argumentenlijst. |
| COUNTBLANK | AANTAL.LEGE.CELLEN | Telt het aantal lege cellen in een bereik. |
| COUNTIF | AANTAL.ALS | Telt in een bereik het aantal cellen die voldoen aan een bepaald criterium. |
| COUNTIFS | AANTALLEN.ALS | Telt in een bereik het aantal cellen die voldoen aan meerdere criteria. |
| COUPDAYBS | COUP.DAGEN.BB | Geeft het aantal dagen vanaf het begin van de coupontermijn tot de stortingsdatum. |
| COUPDAYS | COUP.DAGEN | Geeft het aantal dagen in de coupontermijn waarin de stortingsdatum valt. |
| COUPDAYSNC | COUP.DAGEN.VV | Geeft het aantal dagen vanaf de stortingsdatum tot de volgende couponvervaldatum. |
| COUPNCD | COUP.DATUM.NB | Geeft de volgende coupondatum na de stortingsdatum. |
| COUPNUM | COUP.AANTAL | Geeft het aantal coupons dat nog moet worden uitbetaald tussen de stortingsdatum en de vervaldatum. |
| COUPPCD | COUP.DATUM.VB | Geeft de vorige couponvervaldatum vóór de stortingsdatum. |
| COVAR | COVARIANTIE | Geeft de covariantie, het gemiddelde van de producten van de gepaarde deviaties. |
| COVARIANCE.P | COVARIANTIE.P | Geeft de covariantie van de populatie. |
| COVARIANCE.S | COVARIANTIE.S | Geeft de covariantie van de steekproef. |
| CRITBINOM | CRIT.BINOM | Geeft de kleinste waarde waarvoor de binomiale verdeling kleiner is dan of gelijk is aan het criterium. |
| CSC | COSEC | Geeft als resultaat de cosecans van een hoek. |
| CSCH | COSECH | Geeft als resultaat de cosecans hyperbolicus van een hoek. |
| CUBEKPIMEMBER | KUBUSKPILID | Geeft een KPI-eigenschap (Key Performance Indicator) als resultaat en geeft de KPI-naam weer in de cel. |
| CUBEMEMBER | KUBUSLID | Geeft een lid of tupel als resultaat van de kubus. |
| CUBEMEMBERPROPERTY | KUBUSLIDEINGENSCHAP | Geeft de waarde als resultaat van een lideigenschap in de kubus. |
| CUBERANKEDMEMBER | KUBUSGERANGSCHIKTLID | Geeft het n-de, of gerangschikte, lid van een set als resultaat. |
| CUBESET | KUBUSSET | Definieert een berekende set leden of tupels door het versturen van een setexpressie naar de kubus op de server, waarmee de set is gemaakt. Deze set wordt vervolgens als resultaat gegeven aan Microsoft Excel. |
| CUBESETCOUNT | KUBUSSETAANTAL | Haalt het aantal items in een set op. |
| CUBEVALUE | KUBUSWAARDE | Geeft een statistische waarde als resultaat van de kubus. |
| CUMIPMT | CUM.RENTE | Geeft de cumulatieve rente die tussen twee termijnen is uitgekeerd. |
| CUMPRINC | CUM.HOOFDSOM | Geeft de cumulatieve hoofdsom van een lening die tussen twee termijnen is terugbetaald. |
| DATE | DATUM | Stelt datum samen uit: jaar, maand en dag. |
| DATEDIF | DATUMVERSCHIL | Periode tussen twee datums, in dagen, maanden of jaren. |
| DATEVALUE | DATUMWAARDE | Converteert een datum in de vorm van tekst naar een serieel getal. |
| DAVERAGE | DBGEMIDDELDE | Berekent het gemiddelde van de geselecteerde databasegegevens. |
| DAY | DAG | Geeft uit een datum de dag van de maand. |
| DAYS | DAGEN | Geeft als resultaat het aantal dagen tussen twee datums. |
| DAYS360 | DAGEN360 | Berekent het aantal dagen tussen twee data op basis van een jaar met 360 dagen. |
| DB | DB | Geeft de afschrijving van activa voor een bepaalde periode met behulp van de ‘fixed declining balance’. |
| DBCS | DBCS | Wijzigt Nederlandse letters of katakanatekens over de halve breedte (enkel-bytetekens) binnen een tekenreeks in tekens over de volle breedte (dubbel-bytetekens). |
| DCOUNT | DBAANTAL | Telt de cellen met getallen in een database. |
| DCOUNTA | DBAANTALC | Telt de niet-lege cellen in een database. |
| DDB | DDB | Geeft de afschrijving van activa over een bepaalde termijn met behulp van de ‘double declining balance’. |
| DEC2BIN | DEC.N.BIN | Converteert een decimaal getal naar een binair getal. |
| DEC2HEX | DEC.N.HEX | Converteert een decimaal getal naar een hexadecimaal getal. |
| DEC2OCT | DEC.N.OCT | Converteert een decimaal getal naar een octaal getal. |
| DECIMAL | DECIMAAL | Zet een getal in de vorm van tekst met een bepaalde basis om in een decimaal getal. |
| DEGREES | GRADEN | Converteert radialen naar graden. |
| DELTA | DELTA | Test of twee waarden gelijk zijn. |
| DETECTLANGUAGE | TAALDETECTEREN | Detecteert de taal van tekst en retourneert een taalcode. |
| DEVSQ | DEV.KWAD | Geeft de som van de deviaties in het kwadraat. |
| DGET | DBLEZEN | Haalt één record dat voldoet aan de opgegeven criteria uit een database op. |
| DISC | DISCONTO | Geeft het discontopercentage voor een waardepapier. |
| DMAX | DBMAX | Geeft de maximumwaarde van de geselecteerde databasegegevens. |
| DMIN | DBMIN | Geeft de minimumwaarde van de geselecteerde databasegegevens. |
| DOLLAR | DOLLAR | Converteert een getal naar tekst met de valutanotatie $ (dollar). |
| DOLLARDE | EURO.DE | Converteert een getal naar tekst met de valutanotatie $ (dollar). |
| DOLLARFR | EURO.BR | Converteert een getal naar tekst met de valutanotatie $ (dollar). |
| DPRODUCT | DBPRODUCT | Vermenigvuldigt de waarden in een bepaald veld van de records die voldoen aan de criteria in een database. |
| DROP | WEGLATEN | Laat een opgegeven aantal rijen/kolommen aan het begin en/of einde van een array weg. |
| DSTDEV | DBSTDEV | Maakt een schatting van de standaarddeviatie op basis van een steekproef uit geselecteerde databasegegevens. |
| DSTDEVP | DBSTDEVP | Berekent de standaarddeviatie op basis van de volledige populatie van geselecteerde databasegegevens. |
| DSUM | DBSOM | Telt de getallen uit een kolom records in de database op die voldoen aan de criteria. |
| DURATION | DUUR | Geeft de gewogen gemiddelde looptijd voor een waardepapier met periodieke rentebetalingen. |
| DVAR | DBVAR | Maakt een schatting van de variantie op basis van een steekproef uit geselecteerde databasegegevens. |
| DVARP | DBVARP | Berekent de variantie op basis van de volledige populatie van geselecteerde databasegegevens. |
| EDATE | ZELFDE.DAG | Geeft het seriële getal van een datum die het opgegeven aantal maanden voor of na de begindatum ligt. |
| EFFECT | EFFECT.RENTE | Geeft het effectieve jaarlijkse rentepercentage. |
| ENCODEURL | URL.CODEREN | Geeft als resultaat een tekenreeks met URL-codering. |
| EOMONTH | LAATSTE.DAG | Geeft het seriële getal van de laatste dag van de maand voor of na het opgegeven aantal maanden. |
| ERF | FOUTFUNCTIE | Geeft de foutfunctie. |
| ERF.PRECISE | FOUTFUNCTIE.NAUWKEURIG | Geeft de foutfunctie. |
| ERFC | FOUT.COMPLEMENT | Geeft de complementaire foutfunctie. |
| ERFC.PRECISE | FOUT.COMPLEMENT.NAUWKEURIG | Geeft de complementaire foutfunctie. |
| ERROR.TYPE | TYPE.FOUT | Geeft een getal dat overeenkomt met een van de foutwaarden van Microsoft Excel. |
| EUROCONVERT | EUROCONVERT | Geeft een getal dat overeenkomt met een van de foutwaarden van Microsoft Excel. |
| EVEN | EVEN | Rondt het getal af op het dichtstbijzijnde gehele even getal. |
| EXACT | GELIJK | Controleert of twee tekenreeksen identiek zijn. |
| EXP | EXP | Verheft het getal e tot de macht van een bepaald getal (antilogaritme). |
| EXPAND | UITBREIDEN | Hiermee wordt een matrix uitgevouwen of opgevuld tot opgegeven rij- en kolomdimensies. |
| EXPON.DIST | EXPON.VERD.N | Geeft de exponentiële verdeling. |
| EXPONDIST | EXPON.VERD | Geeft de exponentiële verdeling. |
| F.DIST | F.VERD | Geeft de linkszijdige F-kansverdeling voor twee gegevenssets. |
| F.DIST.RT | F.VERD.RECHTS | Geeft de rechtszijdige F-kansverdeling voor twee gegevenssets. |
| F.INV | F.INV | Geeft de inverse van de linkszijdige F-kansverdeling. |
| F.INV.RT | F.INV.RECHTS | Geeft de inverse van de rechtszijdige F-kansverdeling. |
| F.TEST | F.TEST | Geeft het resultaat van een F-toets, de tweezijdige kans dat de varianties in matrix1 en matrix2 niet significant verschillen. |
| FACT | FACULTEIT | Geeft de faculteit van een getal. |
| FACTDOUBLE | DUBBELE.FACULTEIT | Geeft de dubbele faculteit van een getal. |
| FDIST | F.VERDELING | Geeft de F-verdeling. |
| FILTER | FILTER | Filtert een gegevensbereik op basis van de opgegeven criteria. |
| FILTERXML | XML.FILTEREN | Geeft als resultaat specifieke gegevens van de XML-inhoud op basis van het opgegeven XPath. |
| FIND, FINDB | VIND, VIND.ALLES.B | Zoekt een bepaalde tekenreeks in een tekst (waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters). |
| FINV | F.INVERSE | Geeft de inverse van de F-verdeling. |
| FISHER | FISHER | Geeft de Fisher-transformatie. |
| FISHERINV | FISHER.INV | Geeft de inverse van de Fisher transformatie. |
| FIXED | VAST | Maakt een getal op als tekst met een opgegeven aantal decimalen. |
| FLOOR | AFRONDEN.BENEDEN | Rondt de absolute waarde van een getal naar beneden af. |
| FLOOR.MATH | AFRONDEN.BENEDEN.WISK | Rondt een getal naar beneden af op het dichtstbijzijnde gehele getal of het dichtstbijzijnde significante veelvoud. |
| FLOOR.PRECISE | AFRONDEN.BENEDEN.NAUWKEURIG | Rondt een getal naar beneden af op het dichtstbijzijnde gehele getal of het dichtstbijzijnde significante veelvoud. |
| FORECAST | VOORSPELLEN | Geeft een waarde op basis van een lineaire trend. |
| FORECAST.ETS | VOORSPELLEN.ETS | Retourneert een toekomstige waarde op basis van bestaande (historische) waarden door de AAA-versie van het algoritme ETS (Exponential Triple Smoothing) te gebruiken. |
| FORECAST.ETS.CONFINT | VOORSPELLEN.ETS.CONFINT | Retourneert een toekomstige waarde op basis van bestaande (historische) waarden door de AAA-versie van het algoritme ETS (Exponential Triple Smoothing) te gebruiken. |
| FORECAST.ETS.SEASONALITY | VOORSPELLEN.ETS.SEASONALITY | Retourneert een toekomstige waarde op basis van bestaande (historische) waarden door de AAA-versie van het algoritme ETS (Exponential Triple Smoothing) te gebruiken. |
| FORECAST.ETS.STAT | VOORSPELLEN.ETS.STAT | Retourneert een toekomstige waarde op basis van bestaande (historische) waarden door de AAA-versie van het algoritme ETS (Exponential Triple Smoothing) te gebruiken. |
| FORECAST.LINEAR | VOORSPELLEN.LINEAR | Retourneert een toekomstige waarde op basis van bestaande (historische) waarden door de AAA-versie van het algoritme ETS (Exponential Triple Smoothing) te gebruiken. |
| FORMULATEXT | FORMULETEKST | Geeft als resultaat de formule op de opgegeven verwijzing, in de vorm van tekst. |
| FREQUENCY | INTERVAL | Geeft een frequentieverdeling in de vorm van een verticale matrix. |
| FTEST | F.TOETS | Geeft een F-toets. |
| FV | TW | Geeft de toekomstige waarde van een investering. |
| FVSCHEDULE | TOEK.WAARDE2 | Geeft de toekomstige waarde van een bepaalde hoofdsom na het toepassen van een reeks samengestelde rentes. |
| GAMMA | GAMMA | Geeft als resultaat de waarde van de gamma-functie. |
| GAMMA.DIST | GAMMA.VERD.N | Geeft de gamma-verdeling. |
| GAMMA.INV | GAMMA.INV.N | Geeft de inverse van de cumulatieve gamma-verdeling. |
| GAMMADIST | GAMMA.VERD | Geeft de gamma-verdeling. |
| GAMMAINV | GAMMA.INV | Geeft de inverse van de cumulatieve gamma-verdeling. |
| GAMMALN | GAMMA.LN | Geeft de natuurlijke logaritme van de gamma-functie, G(x). |
| GAMMALN.PRECISE | GAMMA.LN.NAUWKEURIG | Geeft de natuurlijke logaritme van de gammafunctie. |
| GAUSS | GAUSS | Geeft als resultaat 0,5 minder dan de cumulatieve normale standaardverdeling. |
| GCD | GGD | Geeft de grootste gemene deler. |
| GEOMEAN | MEETK.GEM | Geeft het meetkundige gemiddelde. |
| GESTEP | GROTER.DAN | Test of een getal groter is dan de drempelwaarde. |
| GETPIVOTDATA | DRAAITABEL.OPHALEN | Haalt gegevens op die zijn opgeslagen in een draaitabel. |
| GROUPBY | GROEPEREN.PER | Groepeert rijen op sleutel(len) en retourneert aggregaties per groep. |
| GROWTH | GROEI | Geeft de waarden voor een exponentiële trend. |
| HARMEAN | HARM.GEM | Berekent het harmonische gemiddelde van een gegevensverzameling met positieve getallen: de reciproque waarde van het meetkundige gemiddelde van reciproque waarden. |
| HEX2BIN | HEX.N.BIN | Converteert een hexadecimaal getal naar een binair getal. |
| HEX2DEC | HEX.N.DEC | Converteert een hexadecimaal getal naar een decimaal getal. |
| HEX2OCT | HEX.N.OCT | Converteert een hexadecimaal getal naar een octaal getal. |
| HLOOKUP | HORIZ.ZOEKEN | Zoekt in de bovenste rij van een matrix naar een bepaalde waarde en geeft de gevonden waarde in de opgegeven kolom. |
| HOUR | UUR | Geeft uit een tijdstip het uur van de dag. |
| HSTACK | HOR.STAPELEN | Voegt matrices horizontaal en opeenvolgend toe om een grotere matrix te retourneren. |
| HYPERLINK | HYPERLINK | Maakt een snelkoppeling of een sprong waarmee een document wordt geopend. |
| HYPGEOM.DIST | HYPGEOM.VERD | Geeft de hypergeometrische verdeling. |
| HYPGEOMDIST | HYPERGEO.VERD | Geeft de hypergeometrische verdeling. |
| IF | ALS | Kiest tussen twee expressies afhankelijk van een logische expressie. |
| IFERROR | ALS.FOUT | Retourneert een waarde die u opgeeft als een formule een fout oplevert, anders wordt het resultaat van de formule geretourneerd. |
| IFNA | ALS.NB | Geeft als resultaat de waarde die u opgeeft als de expressie in #N/B resulteert. Anders wordt het resultaat van de expressie weergegeven. |
| IFS | ALS.VOORWAARDEN | Controleert of aan een of meer voorwaarden wordt voldaan, en geeft als resultaat een waarde die overeenkomt met de eerste WAAR-voorwaarde. |
| IMABS | C.ABS | Geeft de absolute waarde (modulus) van een complex getal. |
| IMAGE | AFBEELDING | Voegt een afbeelding in een cel in vanuit een URL/bestand/base64. |
| IMAGINARY | C.IM.DEEL | Geeft de imaginaire coëfficiënt van een complex getal. |
| IMARGUMENT | C.ARGUMENT | Geeft het argument thèta, een hoek uitgedrukt in radialen. |
| IMCONJUGATE | C.TOEGEVOEGD | Geeft het complexe toegevoegde getal van een complex getal. |
| IMCOS | C.COS | Geeft de cosinus van een complex getal. |
| IMCOSH | C.COSH | Berekent de cosinus hyperbolicus van een complex getal. |
| IMCOT | C.COT | Berekent de cotangens van een complex getal. |
| IMCSC | C.COSEC | Berekent de cosecans van een complex getal. |
| IMCSCH | C.COSECH | Berekent de cosecans hyperbolicus van een complex getal. |
| IMDIV | C.QUOTIENT | Geeft het quotiënt van twee complexe getallen. |
| IMEXP | C.EXP | Geeft de exponent van een complex getal. |
| IMLN | C.LN | Geeft de natuurlijke logaritme van een complex getal. |
| IMLOG10 | C.LOG10 | Geeft de logaritme met grondtal 10 van een complex getal. |
| IMLOG2 | C.LOG2 | Geeft de logaritme met grondtal 2 van een complex getal. |
| IMPOWER | C.MACHT | Geeft een complex getal dat is verheven tot de macht van een geheel getal. |
| IMPRODUCT | C.PRODUCT | Geeft het product van maximaal 29 complexe getallen. |
| IMREAL | C.REEEL.DEEL | Geeft de reële coëfficiënt van een complex getal. |
| IMSEC | C.SEC | Berekent de secans van een complex getal. |
| IMSECH | C.SECH | Berekent de secans hyperbolicus van een complex getal. |
| IMSIN | C.SIN | Geeft de sinus van een complex getal. |
| IMSINH | C.SINH | Berekent de sinus hyperbolicus van een complex getal. |
| IMSQRT | C.WORTEL | Geeft de vierkantswortel van een complex getal. |
| IMSUB | C.VERSCHIL | Geeft het verschil tussen twee complexe getallen. |
| IMSUM | C.SOM | Geeft de som van complexe getallen. |
| IMTAN | C.TAN | Geeft als resultaat de tangens van een complex getal. |
| INDEX | INDEX | Kiest met een index een waarde uit een verwijzing of een matrix. |
| INDIRECT | INDIRECT | Geeft een verwijzing die wordt aangegeven met een tekstwaarde. |
| INFO | INFO | Geeft informatie over de huidige besturingsomgeving. |
| INT | INTEGER | Kapt een getal af tot een heel getal, negatief gaat naar boven. |
| INTERCEPT | SNIJPUNT | Geeft het snijpunt van de lineaire regressielijn met de y-as. |
| INTRATE | RENTEPERCENTAGE | Geeft het rentepercentage voor een volgestort waardepapier. |
| IPMT | IBET | Geeft de te betalen rente voor een investering over een bepaalde termijn. |
| IRR | IR | Geeft de interne rentabiliteit voor een reeks cashflows. |
| ISBLANK | ISLEEG | Geeft WAAR als de waarde leeg is. |
| ISERR | ISFOUT2 | Geeft WAAR als de waarde leeg is. |
| ISERROR | ISFOUT | Geeft WAAR als de waarde leeg is. |
| ISEVEN | IS.EVEN | Geeft WAAR als het getal even is. |
| ISFORMULA | ISFORMULE | Geeft als resultaat WAAR als naar een cel met een formule wordt verwezen. |
| ISLOGICAL | ISLOGISCH | Geeft als resultaat WAAR als naar een cel met een formule wordt verwezen. |
| ISNA | ISNB | Geeft als resultaat WAAR als naar een cel met een formule wordt verwezen. |
| ISNONTEXT | ISGEENTEKST | Geeft als resultaat WAAR als naar een cel met een formule wordt verwezen. |
| ISNUMBER | ISGETAL | Geeft als resultaat WAAR als naar een cel met een formule wordt verwezen. |
| ISO.CEILING | ISO.AFRONDEN.BOVEN | Geeft als resultaat een getal dat naar boven is afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal of het dichtstbijzijnde significante veelvoud. |
| ISODD | IS.ONEVEN | Geeft als resultaat een getal dat naar boven is afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal of het dichtstbijzijnde significante veelvoud. |
| ISOMITTED | ISOMITTED | Controleert of de waarde in een LAMBDA ontbreekt en retourneert TRUE of FALSE. |
| ISOWEEKNUM | ISO.WEEKNUMMER | Geeft als resultaat het ISO-weeknummer van het jaar voor een bepaalde datum. |
| ISPMT | ISBET | Geeft de rente die is betaald tijdens een bepaalde termijn van een investering. |
| ISREF | ISVERWIJZING | Geeft de rente die is betaald tijdens een bepaalde termijn van een investering. |
| ISTEXT | ISTEKST | Geeft de rente die is betaald tijdens een bepaalde termijn van een investering. |
| JIS | DBCS | Wijzigt Nederlandse letters of katakanatekens over de halve breedte (enkel-bytetekens) binnen een tekenreeks in tekens over de volle breedte (dubbel-bytetekens). |
| KURT | KURTOSIS | Geeft de kurtosis van een gegevensverzameling. |
| LAMBDA | LAMBDA | Aangepaste, herbruikbare functies maken en deze aanroepen met een beschrijvende naam. |
| LARGE | GROOTSTE | Geeft de op k-1 na grootste waarde in een gegevensverzameling. |
| LCM | KGV | Geeft het kleinste gemene veelvoud. |
| LEFT, LEFTB | LINKS, LINKSB | Geeft het opgegeven aantal tekens van een reeks, vanaf links. |
| LEN, LENB | LENGTE, LENGTEB | Geeft het aantal tekens in een tekenreeks. |
| LET | LET | Wijst namen toe aan berekeningsresultaten. |
| LINEST | LIJNSCH | Geeft de parameters van een lineaire trend. |
| LN | LN | Geeft de natuurlijke logaritme van een getal. |
| LOG | LOG | Geeft de logaritme van een getal, met het opgeheven grondtal. |
| LOG10 | LOG10 | Geeft de logaritme met grondtal 10 van een getal. |
| LOGEST | LOGSCH | Geeft de parameters van een exponentiële trend. |
| LOGINV | LOG.NORM.INV | Geeft de inverse van de logaritmische normale verdeling. |
| LOGNORM.DIST | LOGNORM.VERD | Geeft de logaritmische normale verdeling van x, waarbij In(x) normaal is verdeeld met de parameters Gemiddelde en Standaarddev. |
| LOGNORM.INV | LOGNORM.INV | Geeft de inverse van de logaritmische normale verdeling van x, waarbij In(x) normaal wordt verdeeld met de parameters Gemiddelde en Standaarddev. |
| LOGNORMDIST | LOG.NORM.VERD | Geeft de cumulatieve logaritmische normale verdeling. |
| LOOKUP | ZOEKEN | Zoekt naar bepaalde waarden in een vector of een matrix. |
| LOWER | KLEINE.LETTERS | Zet tekst om in kleine letters. |
| MAKEARRAY | MAKEARRAY | Retourneert een berekende matrix van een opgegeven rij- en kolomgrootte door een LAMBDA toe te passen |
| MAP | MAP | Retourneert een matrix die wordt gevormd door elke waarde in de matrix/matrices toe te wijzen aan een nieuwe waarde door een LAMBDA toe te passen om een nieuwe waarde te maken. |
| MATCH | VERGELIJKEN | Zoekt naar bepaalde waarden in een matrix of een verwijzing. |
| MAX | MAX | Geeft de maximumwaarde in een lijst met argumenten. |
| MAXA | MAXA | Geeft de maximumwaarde in een lijst met argumenten, inclusief getallen, tekst en logische waarden. |
| MAXIFS | MAX.ALS.VOORWAARDEN | Geeft als resultaat de maximale waarde in cellen die is opgegeven via een bepaalde set voorwaarden of criteria. |
| MDETERM | DETERMINANTMAT | Geeft de determinant van een matrix. |
| MDURATION | AANG.DUUR | Geeft als resultaat de aangepaste Macauley-looptijd voor een waardepapier, aangenomen dat de nominale waarde €100 bedraagt. |
| MEDIAN | MEDIAAN | Geeft de mediaan van de opgegeven getallen. |
| MID, MIDB | DEEL, DEELB | Geeft het aantal tekens van een tekenreeks vanaf de positie die u opgeeft. |
| MIN | MIN | Geeft de minimumwaarde in een lijst met argumenten. |
| MINA | MINA | Geeft de minimumwaarde in een lijst met argumenten, inclusief getallen, tekst en logische waarden. |
| MINIFS | MIN.ALS.VOORWAARDEN | Geeft als resultaat de minimale waarde in cellen die is opgegeven via een bepaalde set voorwaarden of criteria. |
| MINUTE | MINUUT | Geeft uit een tijdstip de minuten. |
| MINVERSE | INVERSEMAT | Geeft de inverse van een matrix. |
| MIRR | GIR | Geeft de interne rentabiliteit voor een serie cashflows, waarbij voor betalingen een ander rentepercentage geldt. |
| MMULT | PRODUCTMAT | Geeft het product van twee matrices. |
| MOD | REST | Deelt het getal en laat het restant zien. |
| MODE | MODUS | Geeft de meest voorkomende waarde in een gegevensverzameling. |
| MODE.MULT | MODUS.MEERV | Berekent een verticale matrix van de vaakst voorkomende, of herhaalde waarden in een matrix of gegevensbereik. |
| MODE.SNGL | MODUS.ENKELV | Geeft de meest voorkomende (repeterende) waarde in een matrix of bereik met gegevens. |
| MONTH | MAAND | Geeft uit een datum de maand (als getal). |
| MROUND | AFRONDEN.N.VEELVOUD | Geeft als resultaat een getal afgerond op het gewenste veelvoud. |
| MULTINOMIAL | MULTINOMIAAL | Geeft de multinomiaalcoëfficiënt van een reeks getallen. |
| MUNIT | EENHEIDMAT | Geeft als resultaat de eenheidsmatrix of de opgegeven dimensie. |
| N | N | Geeft een waarde die is geconverteerd naar een getal. |
| NA | NB | Geeft de foutwaarde #N/B, betekent ‘niet beschikbaar’. |
| NEGBINOM.DIST | NEGBINOM.VERD | Geeft de negatieve binomiaalverdeling. |
| NEGBINOMDIST | NEG.BINOM.VERD | Geeft de negatieve binomiaalverdeling. |
| NETWORKDAYS | NETTO.WERKDAGEN | Geeft het aantal hele werkdagen tussen twee datums. |
| NETWORKDAYS.INTL | NETWERKDAGEN.INTL | Geeft het aantal volledige werkdagen tussen twee datums met aangepaste weekendparameters. |
| NOMINAL | NOMINALE.RENTE | Geeft het nominale jaarlijkse rentepercentage. |
| NORM.DIST | NORM.VERD.N | Geeft de normale verdeling voor opgegeven gemiddelde en standaarddeviatie. |
| NORM.INV | NORM.INV.N | Geeft de inverse van de cumulatieve normale verdeling voor het gemiddelde en de standaarddeviatie die u hebt opgegeven. |
| NORM.S.DIST | NORM.S.VERD | Geeft de normale standaardverdeling (met gemiddelde 0 en standaarddeviatie 1). |
| NORM.S.INV | NORM.S.INV | Geeft de inverse van de cumulatieve normale standaardverdeling (met gemiddelde 0 en standaarddeviatie 1). |
| NORMDIST | NORM.VERD | Geeft de cumulatieve normale verdeling. |
| NORMINV | NORM.INV | Geeft de inverse van de cumulatieve normale verdeling. |
| NORMSDIST | STAND.NORM.VERD | Geeft de cumulatieve standaardnormale verdeling. |
| NORMSINV | STAND.NORM.INV | Geeft de inverse van de cumulatieve standaardnormale verdeling. |
| NOT | NIET | Geeft de tegengestelde logische waarde. |
| NOW | NU | Geeft de huidige datum en tijd. |
| NPER | NPER | Geeft het aantal termijnen van een investering. |
| NPV | NHW | Geeft de netto huidige waarde van een investering op basis van een reeks periodieke cashflows. |
| NUMBERVALUE | NUMERIEKE.WAARDE | Converteert tekst naar een getal, ongeacht de landinstelling. |
| OCT2BIN | OCT.N.BIN | Converteert een octaal getal naar een binair getal. |
| OCT2DEC | OCT.N.DEC | Converteert een octaal getal naar een decimaal getal. |
| OCT2HEX | OCT.N.HEX | Converteert een octaal getal naar een hexadecimaal getal. |
| ODD | ONEVEN | Rondt de absolute waarde van het getal naar boven af op het dichtstbijzijnde gehele oneven getal. |
| ODDFPRICE | AFW.ET.PRIJS | Geeft als resultaat de prijs per €100 nominale waarde voor een waardepapier met een afwijkende eerste termijn. |
| ODDFYIELD | AFW.ET.REND | Geeft als resultaat het rendement voor een waardepapier met een afwijkende eerste termijn. |
| ODDLPRICE | AFW.LT.PRIJS | Geeft als resultaat de prijs per €100 nominale waarde voor een waardepapier met een afwijkende laatste termijn. |
| ODDLYIELD | AFW.LT.REND | Geeft als resultaat het rendement voor een waardepapier met een afwijkende laatste termijn. |
| OFFSET | VERSCHUIVING | Geeft een nieuwe verwijzing die een bepaald aantal rijen en kolommen is verschoven ten opzichte van een bepaalde verwijzing. |
| OR | OF | Geeft WAAR als ten minste één argument WAAR is. |
| PDURATION | PDUUR | Geeft als resultaat het aantal perioden dat is vereist voor een investering een opgegeven waarde te bereiken. |
| PEARSON | PEARSON | Geeft de correlatiecoëfficiënt van Pearson. |
| PERCENTILE | PERCENTIEL | Geeft het k-de percentiel van waarden in een bereik. |
| PERCENTILE.EXC | PERCENTIEL.EXC | Geeft het k-percentiel van waarden in een bereik, waarbij k zich in het bereik 0 .. 1, exclusief bevindt. |
| PERCENTILE.INC | PERCENTIEL.INC | Geeft het k-percentiel van waarden in een bereik, waarbij k zich in het bereik 0 .. 1, inclusief bevindt. |
| PERCENTOF | PERCENTVAN | Geeft een waarde als percentage van een (sub)totaal binnen gegroepeerde/pivotresultaten. |
| PERCENTRANK | PERCENT.RANG | Geeft de positie, in procenten uitgedrukt, van een waarde in de rangorde van een gegevensverzameling. |
| PERCENTRANK.EXC | PROCENTRANG.EXC | Bepaalt de positie van een waarde in een gegevensset als een percentage (0 .. 1, exclusief) van de gegevensset. |
| PERCENTRANK.INC | PROCENTRANG.INC | Bepaalt de positie van een waarde in een gegevensset als een percentage (0 .. 1, inclusief) van de gegevensset. |
| PERMUT | PERMUTATIES | Geeft het aantal permutaties voor een gegeven aantal objecten. |
| PERMUTATIONA | PERMUTATIES.A | Berekent het aantal permutaties met herhalingen toegestaan. |
| PHI | PHI | Geeft als resultaat de waarde van de dichtheidsfunctie voor een normale standaardverdeling. |
| PHONETIC | FONETISCH | Haalt de fonetische tekens (furigana) uit een tekenreeks op. |
| PI | PI | Geeft de waarde van pi. |
| PIVOTBY | DRAAIEN.PER | Maakt een draaitabelachtige samenvatting op basis van opgegeven rijen/kolommen en aggregaties. |
| PMT | BET | Geeft de periodieke betaling voor een annuïteit. |
| POISSON | POISSON | Geeft de Poisson-verdeling. |
| POISSON.DIST | POISSON.VERD | Geeft de Poisson-verdeling. |
| POWER | MACHT | Verheft een getal tot een macht. |
| PPMT | PBET | Geeft de afbetaling op de hoofdsom voor een bepaalde termijn. |
| PRICE | PRIJS.NOM | Geeft de prijs per €100 nominale waarde voor een waardepapier waarvan de rente periodiek wordt uitgekeerd. |
| PRICEDISC | PRIJS.DISCONTO | Geeft de prijs per €100 nominale waarde voor een verdisconteerd waardepapier. |
| PRICEMAT | PRIJS.VERVALDAG | Geeft de prijs per €100 nominale waarde voor een waardepapier waarvan de rente wordt uitgekeerd op een datum. |
| PROB | KANS | Geeft de kans dat waarden zich tussen twee grenzen bevinden. |
| PRODUCT | PRODUCT | Vermenigvuldigt de argumenten met elkaar. |
| PROPER | BEGINLETTERS | Zet de eerste letter van elk woord in een tekst om in een hoofdletter. |
| PV | HW | Geeft de huidige waarde van een investering. |
| QUARTILE | KWARTIEL | Geeft het kwartier van een gegevensverzameling. |
| QUARTILE.EXC | KWARTIEL.EXC | Bepaalt het kwartiel van een gegevensset op basis van percentiele waarden van 0 .. 1, exclusief. |
| QUARTILE.INC | KWARTIEL.INC | Bepaalt het kwartiel van een gegevensset op basis van percentiele waarden van 0 .. 1, inclusief. |
| QUOTIENT | QUOTIENT | Geeft de uitkomst van een deling als geheel getal. |
| RADIANS | RADIALEN | Converteert graden naar radialen. |
| RAND | ASELECT | Geeft een willekeurig getal tussen 0 en 1. |
| RANDARRAY | ASELECT.MATRIX | Geeft als resultaat een matrix met willekeurige getallen tussen de 0 en 1. U kunt echter opgeven hoeveel rijen en kolommen er moeten worden ingevuld, wat de minimum- en maximumwaarden zijn, en of er gehele of decimale getallen moeten worden geretourneerd. |
| RANDBETWEEN | ASELECTTUSSEN | Geeft een willekeurig getal tussen de opgegeven getallen. |
| RANK | RANG | Geeft het rangnummer van een getal in een lijst getallen. |
| RANK.AVG | RANG.GEMIDDELDE | Geeft de rang van een getal in een lijst getallen; bij meerdere waarden met dezelfde rang wordt de gemiddelde rang gegeven. |
| RANK.EQ | RANG.GELIJK | Geeft de rang van een getal in een lijst getallen; bij meerdere waarden met dezelfde rang wordt de bovenste rang gegeven. |
| RATE | RENTE | Geeft het periodieke rentepercentage voor een annuïteit. |
| RECEIVED | OPBRENGST | Geeft het bedrag dat op de vervaldatum wordt uitgekeerd voor een volgestort waardepapier. |
| REDUCE | REDUCE | Reduceert een array tot één resultaat door een LAMBDA iteratief toe te passen (met startwaarde). |
| REGEXEXTRACT | REGEXEXTRAHEREN | Haalt het tekstdeel op dat overeenkomt met een reguliere expressie. |
| REGEXREPLACE | REGEXVERVANGEN | Vervangt tekst die overeenkomt met een reguliere expressie. |
| REGEXTEST | REGEXTEST | Geeft WAAR terug als de tekst aan de reguliere expressie voldoet, anders ONWAAR. |
| REGISTER.ID | REGISTRATIE.ID | Geeft als resultaat de registratie-id van het opgegeven DDL-bestand of de codebron die eerder is geregistreerd. |
| REPLACE, REPLACEB | VERVANGEN, VERVANGENB | Vervangt tekst op een specifieke plaats in een tekenreeks. |
| REPT | HERHALING | Herhaalt een tekst een aantal malen. |
| RIGHT, RIGHTB | RECHTS, RECHTSB | Geeft de meest rechtse tekens in een tekenreeks. |
| ROMAN | ROMEINS | Converteert Arabische cijfers naar Romeinse cijfers in de vorm van tekst. |
| ROUND | AFRONDEN | Rondt een getal af op het opgegeven aantal decimalen. |
| ROUNDDOWN | AFRONDEN.NAAR.BENEDEN | Rondt de absolute waarde van een getal naar beneden af. |
| ROUNDUP | AFRONDEN.NAAR.BOVEN | Rondt de absolute waarde van een getal naar boven af. |
| ROW | RIJ | Geeft het rijnummer van een verwijzing. |
| ROWS | RIJEN | Geeft het aantal rijen in een verwijzing. |
| RRI | RRI | Geeft als resultaat een equivalente rente voor de groei van een investering. |
| RSQ | R.KWADRAAT | Geeft het kwadraat van de Pearson-correlatiecoëfficiënt. |
| RTD | RTG | Haalt realtimegegevens op uit een programma dat COM-automatisering ondersteunt. |
| SCAN | SCAN | Scant een matrix gescand door een LAMBDA toe te passen op elke waarde en retourneert een matrix met elke tussenliggende waarde. |
| SEARCH, SEARCHB | VIND.SPEC, VIND.SPEC.B | Zoekt een bepaalde tekenreeks in een tekst (waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters). |
| SEC | SEC | Geeft als resultaat de secans van een hoek. |
| SECH | SECH | Geeft als resultaat de secans hyperbolicus van een hoek. |
| SECOND | SECONDE | Converteert een serieel getal naar seconden. |
| SEQUENCE | REEKS | Genereert een lijst met opeenvolgende getallen in een matrix, zoals 1, 2, 3, 4. |
| SERIESSUM | SOM.MACHTREEKS | Geeft de som van een machtreeks die is gebaseerd op de formule. |
| SHEET | BLAD | Geeft als resultaat het bladnummer van het blad waarnaar wordt verwezen. |
| SHEETS | BLADEN | Geeft als resultaat het aantal bladen in een verwijzing. |
| SIGN | POS.NEG | Geeft het teken van een getal. |
| SIN | SIN | Geeft de sinus van de opgegeven hoek. |
| SINH | SINH | Geeft de sinus hyperbolicus van een getal. |
| SKEW | SCHEEFHEID | Geeft de mate van asymmetrie van een verdeling. |
| SKEW.P | SCHEEFHEID.P | Geeft als resultaat de mate van asymmetrie van een verdeling op basis van een populatie: een aanduiding van de mate van asymmetrie van een verdeling op basis van de mediaan. |
| SLN | LIN.AFSCHR | Geeft de lineaire afschrijving van activa per opgegeven termijn. |
| SLOPE | RICHTING | Geeft de richtingscoëfficiënt van een lineaire regressielijn. |
| SMALL | KLEINSTE | Geeft de op k-1 na kleinste waarde in een gegevensverzameling. |
| SORT | SORTEREN | Sorteert de inhoud van een bereik of een matrix. |
| SORTBY | SORTEREN.OP | Sorteert de inhoud van een bereik of een matrix op basis van de waarden in een bijbehorend bereik of matrix. |
| SQRT | WORTEL | Geeft de positieve vierkantswortel van een getal. |
| SQRTPI | WORTEL.PI | Geeft de vierkantswortel van (getal * pi). |
| STANDARDIZE | NORMALISEREN | Geeft een genormaliseerde waarde. |
| STDEV | STDEV | Maakt een schatting van de standaarddeviatie op basis van een steekproef. |
| STDEV.P | STDEV.P | Geeft de standaarddeviatie op basis van een volledige populatie. |
| STDEV.S | STDEV.S | Maakt een schatting van de standaarddeviatie op basis van een steekproef. |
| STDEVA | STDEVA | Maakt een schatting van de standaarddeviatie op basis van een steekproef, inclusief getallen en tekst. |
| STDEVP | STDEVP | Berekent de standaarddeviatie op basis van de volledige populatie. |
| STDEVPA | STDEVPA | Berekent de standaarddeviatie. |
| STEYX | STAND.FOUT.YX | Geeft de standaardfout in de voorspelde y-waarde voor elke x in een regressie. |
| STOCKHISTORY | AANDELENGESCHIEDENIS | Retourneert een reeks historische offertegegevens voor een symbool en datumbereik dat je opgeeft. |
| STOCKHISTORY | AANDELENGESCHIEDENIS | Retourneert een reeks historische offertegegevens voor een symbool en datumbereik dat je opgeeft. |
| SUBSTITUTE | SUBSTITUEREN | Vervangt bepaalde tekst in een tekenreeks door andere tekst. |
| SUBTOTAL | SUBTOTAAL | Geeft een subtotaal voor een bereik. |
| SUM | SOM | Telt de argumenten op. |
| SUMIF | SOM.ALS | Telt de getallen bij elkaar op die voldoen aan een bepaald criterium. |
| SUMIFS | SOMMEN.ALS | Berekent een voorwaardelijke som aan de hand van meerdere criteria. |
| SUMPRODUCT | SOMPRODUCT | Geeft de som van de producten van de corresponderende matrixelementen. |
| SUMSQ | KWADRATENSOM | Geeft de som van de kwadraten van de argumenten. |
| SUMX2MY2 | SOM.X2MINY2 | Geeft de som van het verschil tussen de kwadraten van corresponderende waarden in twee matrices. |
| SUMX2PY2 | SOM.X2PLUSY2 | Geeft de som van de kwadratensom van corresponderende waarden in twee matrices. |
| SUMXMY2 | SOM.XMINY.2 | Geeft de som van de kwadraten van de verschillen tussen de corresponderende waarden in twee matrices. |
| SWITCH | SCHAKELEN | Evalueert een expressie ten opzichte van een lijst met waarden en geeft het resultaat dat betrekking heeft op de eerste overeenkomende waarde. Als er geen overeenkomst wordt gevonden, kan een optionele standaardwaarde als resultaat worden gegeven. |
| SYD | SYD | Geeft de afschrijving van activa over een bepaalde termijn volgens de ‘Sum-of-Years-Digits’-methode. |
| T | T | Converteert de argumenten naar tekst. |
| T.DIST | T.DIST | Geeft de linkszijdige Student T-verdeling. |
| T.DIST.2T | T.VERD.2T | Geeft de tweezijdige Student T-verdeling. |
| T.DIST.RT | T.VERD.RECHTS | Geeft de rechtszijdige Student T-verdeling. |
| T.INV | T.INV | Geeft de linkszijdige inverse van de Student T-verdeling. |
| T.INV.2T | T.INV.2T | Geeft de tweezijdige inverse van de Student T-verdeling. |
| T.TEST | T.TEST | Geeft de kans met behulp van de Student T-toets. |
| TAKE | NEMEN | Retourneert een opgegeven aantal aaneengesloten rijen of kolommen van het begin of einde van een matrix. |
| TAN | TAN | Geeft de tangens van een getal. |
| TANH | TANH | Geeft de tangens hyperbolicus van een getal. |
| TBILLEQ | SCHATK.OBL | Geeft het rendement op schatkistpapier, dat op dezelfde manier wordt berekend als het rendement op obligaties. |
| TBILLPRICE | SCHATK.PRIJS | Geeft de prijs per €100 nominale waarde voor schatkistpapier. |
| TBILLYIELD | SCHATK.REND | Geeft het rendement voor schatkistpapier. |
| TDIST | T.VERD | Geeft de Student T-verdeling. |
| TEXT | TEKST | Geeft een getal weer al tekenreeks. |
| TEXTAFTER | TEKST.NA | Retourneert tekst die na een bepaald teken of bepaalde tekenreeks voorkomt. |
| TEXTBEFORE | TEKST.VOOR | Retourneert tekst die vóór een bepaald teken of een bepaalde tekenreeks voorkomt. |
| TEXTJOIN | TEKST.COMBINEREN | Combineert de tekst uit meerdere bereiken en/of tekenreeksen. |
| TEXTSPLIT | TEXTSPLIT | Hiermee splitst u tekenreeksen met tekst met behulp van kolom- en rijscheidingstekens. |
| TIME | TIJD | Stelt tijd samen uit uur, minuut en seconde. |
| TIMEVALUE | TIJDWAARDE | Converteert de tijd in de vorm van tekst naar een serieel getal. |
| TINV | TINV | Geeft de linkszijdige inverse van de Student T-verdeling. |
| TOCOL | NAAR.KOLOM | Retourneert de matrix in één kolom. |
| TODAY | VANDAAG | Geeft de huidige datum. |
| TOROW | NAAR.RIJ | Retourneert de matrix in één rij. |
| TRANSLATE | VERTALEN | Vertaalt tekst naar een andere taal via Microsoft-vertalingsservices. |
| TRANSPOSE | TRANSPONEREN | Geeft de getransponeerde van een matrix. |
| TREND | TREND | Geeft de waarden voor een lineaire trend. |
| TRIM | SPATIE.WISSEN | Verwijdert de spaties links en rechts van de tekst. |
| TRIMMEAN | GETRIMD.GEM | Geeft het gemiddelde van waarden in een gegevensverzameling. |
| TRIMRANGE | TRIMBEREIK | Verwijdert lege rijen/kolommen aan de randen van een bereik of array. |
| TRUNC | GEHEEL | Kapt een getal af tot een heel getal, negatief gaat naar beneden. |
| TTEST | T.TOETS | Geeft de kans met behulp van de Student T-toets. |
| TYPE | TYPE | Geeft met een getal het gegevenstype van een waarde. |
| UNICHAR | UNITEKEN | Geeft als resultaat het Unicode-teken waarnaar door de opgegeven numerieke waarde wordt verwezen. |
| UNICODE | UNICODE | Geeft als resultaat het nummer (codepunt) dat overeenkomt met het eerste teken van de tekst. |
| UNIQUE | UNIEK | Geeft als resultaat een lijst met de unieke waarden in een lijst of bereik. |
| UPPER | HOOFDLETTERS | Zet tekst om in hoofdletters. |
| VALUE | WAARDE | Converteert tekst naar een getal. |
| VALUETOTEXT | VALUETOTEXT | Geeft als resultaat tekst van een opgegeven waarde. |
| VAR | VAR | Maakt een schatting van de variantie op basis van een steekproef. |
| VAR.P | VAR.P | Geeft de variantie op basis van een volledige populatie. |
| VAR.S | VAR.S | Maakt een schatting van de variantie op basis van een steekproef. |
| VARA | VARA | Maakt een schatting van de variantie op basis van een steekproef, inclusief getallen. |
| VARP | VARP | Berekent de variantie op basis van de volledige populatie. |
| VARPA | VARPA | Berekent de variantie op basis van de volledige populatie, inclusief getallen, tekst en logische waarden. |
| VDB | VDB | Geeft de afschrijving van activa over een gehele of gedeeltelijke termijn met behulp van de ‘declining balance’. |
| VLOOKUP | VERT.ZOEKEN | Zoekt in de meest linkse kolom van een matrix naar een bepaalde waarde en geeft de waarde in de opgegeven kolom. |
| VSTACK | VERT.STAPELEN | Voegt matrices verticaal en op volgorde toe om een grotere matrix te retourneren. |
| WEBSERVICE | WEBSERVICE | Geeft als resultaat gegevens van een webservice. |
| WEEKDAY | WEEKDAG | Geeft uit een datum de dag van de week (als getal). |
| WEEKNUM | WEEKNUMMER | Converteert een serieel getal naar een weeknummer. |
| WEIBULL | WEIBULL | Geeft de Weibull-verdeling. |
| WEIBULL.DIST | WEIBULL.VERD | Geeft de Weibull-verdeling. |
| WORKDAY | WERKDAG | Geeft het seriële getal van de datum voor of na een opgegeven aantal werkdagen. |
| WORKDAY.INTL | WERKDAG.INTL | Geeft het seriële getal van de datum voor of na een opgegeven aantal werkdagen met aangepaste weekendparameters. |
| WRAPCOLS | OMLOOP.KOLOMMEN | Omhult de opgegeven rij of kolom met waarden met kolommen na een opgegeven aantal elementen. |
| WRAPROWS | OMLOOP.RIJEN | Omhult de opgegeven rij of kolom met waarden met rijen na een opgegeven aantal elementen. |
| XIRR | IR.SCHEMA | Geeft de interne rentabiliteit voor een (niet noodzakelijkerwijs periodiek) betalingsschema van cashflows. |
| XLOOKUP | X.ZOEKEN | Zoekt in een bereik of matrix naar een overeenkomst en retourneert het bijbehorende item uit een tweede bereik of matrix. |
| XMATCH | X.VERGELIJKEN | Geeft als resultaat de relatieve positie van een item in een matrix of cellenbereik. |
| XNPV | NHW2 | Geeft de huidige nettowaarde voor een (niet noodzakelijkerwijs periodiek) betalingsschema van cashflows. |
| XOR | EX.OF | Geeft de huidige nettowaarde voor een (niet noodzakelijkerwijs periodiek) betalingsschema van cashflows. |
| YEAR | JAAR | Geeft uit een datum het jaartal. |
| YEARFRAC | JAAR.DEEL | Geeft het deel van een jaar tussen twee datums, uitgedrukt in een getal tussen 0 en 1. |
| YIELD | RENDEMENT | Geeft het rendement voor een waardepapier waarvan de rente periodiek wordt uitgekeerd. |
| YIELDDISC | REND.DISCONTO | Geeft het jaarlijkse rendement voor een verdisconteerd waardepapier, bijvoorbeeld schatkistpapier. |
| YIELDMAT | REND.VERVAL | Geeft het jaarlijkse rendement voor een waardepapier waarvan de rente wordt uitgekeerd op de vervaldag. |
| Z.TEST | Z.TEST | Geeft de eenzijdige P-waarde voor een Z-toets. |